In dit fasen model kun je testen of je een trauma hebt. (Buijsen, 1994, 1995; Huber e.a. 1996)
Fase 1 | Onthutst, verbijsterd,ongeloof, wantrouwen,schrik, angst en paniek | | | |
| | | | |
| | | | |
Fase 2 | Ontkenning – Gerichtheid op andere zaken – Onverschilligheid en verdoving (gevoelens niet willen of kunnen voelen) – Vervreemding (ervaren gevoelens die men niet eerder heeft ervaren) – Concentratiemoeilijkheden | | Herbeleving – flashbacks, nachtmerries,plots opwellende emoties van angst om de controle te verliezen over zichzelf – Het gevoel dat het opnieuw zou gebeuren – Voor (blijvende) fysieke en materiële schade – Het werk niet meer aan kunnen – Bang voor de reacties van collega’s en anderen | |
| | | | |
| | | Hulpeloosheid, men kan met de opgekomen kwaadheid niet overweg. | |
| | | | |
| Verhoogde prikkelbaarheid– voortdurende verhoogde waakzaamheid, sterk verhoogde spanning, stress– … | | Teleurstelling en verdriet omwille van de aangetaste illusies. Omwille van het vertrouwen in zichzelf en andere(n) Kwaadheid op het gebeurde, op de veroorzaker van het leed vanwege het gebrek aan begrip van tramleden, directie…. – Omwille van het falende veiligheidsbeleid | |
| | | | |
| Lichamelijke reacties Vermoeidheid, slapeloosheid, hyperventileren,maag- en darmklachten, misselijkheid en hartkloppingen – Krop in de keel – Hoofdpijn, migraine – Spierpijn – Huilen – Beven – Zweten – … | | Schaamte omdat men op die bepaalde manier gereageerd heeft omdat men geen controle kan houden over zijn eigen gevoelens- ”ben ik dan zo anders dan de collega’s”- -Schuldgevoelens – ”Had ik (jij) zus of zo gereageerd, dan zou het misschien minder…” – Jaloezie – Op collega’s die het anders aanpakken – Op collega’s die van het gebeurde geen leed ondervinden – Eenzaamheid omdat men het anders beleefd heeft en dit niet duidelijk krijgt – Vanwege het gebrek aan begrip van collega’s | |
| | | | |
Fase 3 | Reacties van ontkenning en herbeleving verminderen prikkelbaarheid en lichamelijke reacties. De schokkende gebeurtenis krijgt plaats in het leven |
Beoordelingsschaal Posttraumatische Stressstoornis ( ►► (BETEKENT: GA NAAR HET EINDE )
| |
Heeft u te maken gehad met, of was u getuige van of heeft u ooit een directe ervaring gehad met een extreem traumatische gebeurtenis die te maken had met de dood, directe dreiging van de dood of ernstig letsel van uzelf of iemand anders? | ►►NEE / JA |
| |
Voorbeelden van traumatische gebeurtenissen zijn:ernstige verpleegkundige fout, seksuele of fysieke bedreiging, vinden van patiënt die zich heeft gesuïcideerd | |
| |
| |
Had u gedurende de afgelopen maand nare en verstorende herbelevingen(bijv. dromen, nachtmerries, intense herinneringen, flashbacks of lichamelijke reacties)? | ►►NEE / JA |
| |
| |
In de afgelopen maand: | |
| |
a. Hebt u vermeden om aan dat gebeuren te denken of hebt u dingen vermeden die u daaraan deden denken? | NEE / JA |
b. Had u moeite om u zich belangrijke delen van wat er gebeurd was te herinneren? | NEE / JA |
c. Raakte u minder geïnteresseerd in hobby’s of sociale bezigheden? | NEE / JA |
d. Voelde u zich verwijderd of vervreemd van anderen? | NEE / JA |
e. Hebt u gemerkt dat uw gevoelens afgevlakt zijn? | NEE / JA |
f. Hebt u het gevoel dat uw levensverwachting is verkort door dit trauma? | NEE / JA |
| |
| |
SAMENVATTING: ZIJN 3 OF MEER VRAGEN BEANTWOORD MET JA? | ►►NEE / JA |
| |
In de afgelopen maand: | |
| |
a. Had u slaapproblemen? | NEE / JA |
b. Was u extra prikkelbaar of had u woede uitbarstingen? | NEE / JA |
c. Had u er moeite mee om u zich te concentreren? | NEE / JA |
d. Was u nerveus of constant op uw hoede? | NEE / JA |
e. Was u schrikachtig? | NEE / JA |
SAMENVATTING: ZIJN 2 OF MEER VRAGEN BEANTWOORD MET JA? | ►►NEE / JA |
| |
| |
Hebben deze problemen gedurende de afgelopen maand een duidelijk negatieve invloed gehad op uw werk of sociale functioneren of duidelijk lijden veroorzaakt? | NEE / JA |
Is het antwoord ja, dan is er sprake van een posttraumatische stressstoornis. CHRONOLOGIE
Hoe oud was u toen de eerste verschijnselen (van PTSS) zich voordeden? | …………………… | leeftijd |
| | |
Hoeveel perioden (van PTSS) hebt u sinds het begin gehad? | …………………… | perioden |
| | |
Gedurende het afgelopen jaar: hoeveel maanden heeft u duidelijk last gehad van deze verschijnselen (van PTSS)? | …………………… | maanden |
Verantwoording: De beoordelingsschaal ‘Posttraumatische stressstoornis’ maakt deel uit van de MINI-PLUS, een internationaal neuropsychiatrisch interviewen werd geconstrueerd door D. Sheehan, j.Janavs, K. Harlett.Sheehan, E. Knapp en M. Sheehan, allen van de University of South Florida, te Tampa. De Nederlandse vertaling is van: dr. I.M. van Vliet (UMCU, Utrecht), H. Leroy (Hogeschool Gent) en H.j.G.M. van Megen (UMCU, Utrecht). @ CoPYright 1992, 1994, 1998, Sheehan D. V. & Lecrubier V. @ 2000 Nederlandse vertaling: Van Vliet I.M., Leroy H., Van Megen H.G.j.M.